Ik heb de mooiste smoesjes gehoord om naar binnen te mogen

Table of Contents

Tijdens Protos Weering zijn het de zaalvoetballers die het toernooi kleur geven, maar de vrijwilligers die het mogelijk maken dat er überhaupt wordt gevoetbald. Zo ook de 53-jarige André Ruinemans, bij voorkeur als z’n cluppie Dalen voetbalt. Jarenlang zat Ruinemans op de tribune om Dalen aan te moedigen, totdat oud-Protos Weering-voorzitter Jo Assen hem aan de mouw trok in 1997. Ruinemans heeft namelijk een relatie met zijn dochter. “Jo zei: je mag alleen bij haar blijven als je ons komt helpen”, lacht Ruinemans. Binnen de PWZ-organisatie is hij al 27 jaar een stille kracht.

Merijn Slagter

Als iedereen in de zomer op het strand ligt, is Ruinemans al met het grootste zaalvoetbaltoernooi van Noord-Nederland bezig. “Dan maak ik een concept-indeling voor de eerste ronde”, legt hij uit. Jarenlang deed het Protos Weering-bestuur dit zelf, maar dat werd soms zo’n opgave, dat het vaak nachtwerk werd. “Ik kijk altijd met een globale blik. Als je gaat indelen, kijk je ook waar de sporthallen staan en voor welke clubs het logisch is om daar te spelen. Tegelijkertijd wil je ook niet elk jaar dezelfde poules. Met die gedachte maak ik een concept. Dat stuur ik naar het bestuur, zodat zij erop kunnen schieten.”

Daarnaast is Ruinemans ook elk jaar vrijwilliger in een van de sporthallen. Hij hielp van oudsher al mee in sporthal ‘t Grootveld in Dalen, maar toen de bal eenmaal rolde, kroop hij in de rol van supporter. “Een nogal fanatieke”, lacht hij. Vooral de wat oudere Dalenaren kunnen zich misschien herinneren hoe Ruinemans bij elk doelpunt van Dalen geluid produceerde met een zelfgemaakte vijftonige geluidshoorn met sirenes. “Dat ding heb ik nog steeds”, verklapt hij. 

Als Protos Weering-vrijwilliger helpt hij sinds 1997 mee in achtereenvolgens Vroomshoop, Hardenberg en inmiddels in ‘t Noorderslag in Slagharen. “Er is een hele leuke wisselwerking tussen zaalbeheerder Tonny Schrijver en de vrijwilligers”, zegt Ruinemans. “Protos Weering in Slagharen is echt een uitje voor het hele gezin, zonder dat er gedonder is. En ook de vrijwilligers kennen elkaar door en door. De ene is speaker, de ander doet de kassa, en weer een ander hangt spandoeken op. Je hoeft het al bijna niet eens meer te vragen, het gaat vanzelf.”

Op de finaledag heeft Ruinemans een andere taak. Hij leidt dan het busverkeer bij sporthal Angelslo in goede banen. “De ene club gaat losser met de regels om dan de andere. Is soms een puzzelwerkje, maar dat ligt me wel”, vervolgt hij. “Jo Assen gaf me vaak zijn telefoon mee op de finaledag. Hij werd dan platgebeld door iedereen die hem vroeg om kaartjes”, lacht hij. “Als supporters niet binnen konden komen, verzonnen ze wel iets. Ik heb de mooiste smoesjes gehoord. ‘Meneer, we moeten over tien minuten voetballen, mogen we erin?’Ja, je hebt je handen vaak vol aan dit toernooi. Maar het is prachtig om te doen.”

Table of Contents